SV | Toen zeide hij: Het waren mijn broeders, zonen mijner moeder; [zo waarlijk als] de HEERE leeft, zo gij hen hadt laten leven, ik zou ulieden niet doden! |
WLC | וַיֹּאמַ֕ר אַחַ֥י בְּנֵֽי־אִמִּ֖י הֵ֑ם חַי־יְהוָ֗ה ל֚וּ הַחֲיִתֶ֣ם אֹותָ֔ם לֹ֥א הָרַ֖גְתִּי אֶתְכֶֽם׃ |
Trans. | wayyō’mar ’aḥay bənê-’immî hēm ḥay-JHWH lû haḥăyiṯem ’wōṯām lō’ hāraḡətî ’eṯəḵem: |
Toen zeide hij: Het waren mijn broeders, zonen mijner moeder; [zo waarlijk als] de HEERE leeft, zo gij hen hadt laten leven, ik zou ulieden niet doden!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide hij: Het waren mijn broeders, zonen mijner moeder; [zo waarlijk als] de HEERE leeft, zo gij hen hadt laten leven, ik zou ulieden niet doden!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!